Wondzorg

Het soort wondzorg dat wordt toegepast is afhankelijk van met welke wond we te maken hebben. Hierbij volgen we te allen tijde het wondprotocol. Over het algemeen geldt dat de wond eerst schoon moet zijn voordat verdere genezing kan optreden. We verwijderen dus eerst geel beslag of korstjes en als de wond schoon is kan de rest van de wondbehandeling worden toegepast. Hierbij kunnen we gebruikmaken van bepaalde producten en wondbedekkers. Ook kan compressietherapie (zwachtelen) worden toegepast om de wondgenezing te bevorderen. Met behulp van de juiste wondbehandeling streven we ernaar de wond vanuit de wondranden dicht te laten groeien. Bij chronische wonden kan dit een langzaam proces zijn, maar met een adequate behandeling hopen we de wondgenezing te bevorderen en dus te versnellen.

Vaak ontstaan littekens na wonden, die bewegingsbeperkingen en jeukklachten kunnen geven. We zien dit vooral gebeuren na brandwonden. Gelukkig kunnen we ook veel betekenen bij de behandeling van littekens. Zie Littekentherapie